In deze reportage over architectonische verlichting wordt uitgelegd hoe er aandacht wordt besteed aan duurzaamheid in het lichtontwerp proces. Dit lichtplan is voor ICK Dans Amsterdam ontwikkeld door architect Ivo Jelinek en lichtadviseur Paul Cremers.
In de Rhino Space met verlichting verschillende werkzaamheden en een draadloze lichtsturing met Casambi en verlichting in de theaterstudio voor een gelijkmatige lichtspreiding gecombineerd met dynamisch gekleurde lichtlijn armaturen. Met de analyse vooraf worden de functies en de gebruikers van de ruimte in kaart gebracht.
Vervolgens worden de doelstellingen voor de verlichting bepaald. In het lichtontwerp wordt de verlichting in lagen toegevoegd tot een voorlopig ontwerp.
- Laag 1. Verlichting voor oriëntatie als een intuïtieve richting aanwijzer.
- Laag 2. Verlichting ter versterking van een bepaalde sfeer of uitstraling.
- Laag 3. Accentverlichting om een ruimte visueel aantrekkelijk te maken.
- Laag 4. Verlichting om de vorm van een ruimte te beïnvloeden of om de architectuur zoals een constructie zichtbaar te maken.
- Laag 5. De laatste laag met verlichting om een bepaalde taak in die ruimte uit te kunnen voeren. Gebaseerd op een norm of gewenst gemiddeld lichtniveau.
Het voorlopig ontwerp wordt geoptimaliseerd in vormgeving, kosten en efficiëntie tot een definitief lichtplan. Daarvoor gebruiken we de lichtsoftware Dialux Evo. Hiermee kunnen we 3D visualisatie van verschillende lichtopstellingen onderzoeken en beoordelen. Ook kan het lichtniveau in Lux waarden op een bepaalde hoogte of een oppervlak nauwkeurig berekend worden.